Fontes

1. Fontes archivales. Conspectus generalis
Hasselt, Rijksarchief
• Fonds Kartuizers te Zelem1
nr. 1. Grooten rekeninghenboeck (Inkomsten- en uitgavenregister 1747-1793).2
nr. 4. Kaartboek van de goederen ca. 1628
nr. 14. Cartularium 1324-1501 (goederen gelegen in Brabant).3
nr. 15: Cartularium 326-1479 (goederen gelegen in het graafschap van Loon of Looz en het prinsbisdom Luik).
nr. 16. Cartularium 1328-1574.

2. Fontes archivales. Documenta particularia
Cartularium 1324-1501
Dit register bevat de transcripties van verschillende charters van het klooster, waarin meestal financiële en economische voordelen behandeld worden. Vooraan is een 16de-eeuwse index ingebonden. De indeling van de verschillende charters in het cartularium is geografisch uitgewerkt. Men begint met alle documenten die betrekking hebben op de goederen in Brabant, aangekocht van het Luikse kapittel. (fol. 1r°-34r°). Hierop volgen goederen aangekocht tegen Arnold, heer van Zelk en zijn zoon (fol. 35r°-48r°). Van fol. 49r° tot fol. 95r° werden allerlei schenkingen van enkele voorname heren opgetekend. Akten met betrekking tot de goederen in Zelkvindt men tussen fol. 97r° en 157r°, gevolgd door deze in verband met de watermolen aldaar (fol. 158r°-176r°). Diest, Zichem en Meerhout komen aan de beurt tussen fol. 176r°-210r°. Achteraan staan dan nog twee charters respectievelijk in verband met goederen te Betekom en te Ertsenrijk (Halen). – Beschreven naar [Van der Eycken 1984b].
Grooten rekeninghenboeck
Dit register bevat de inkomsten en uitgaven van het kartuizerklooster en dit vanaf het begin van de advent 1747. De rekeningen zijn per jaar gegroepeerd. Zowel ontvangsten als uitgaven zijn in verschillende vaste rubrieken verdeeld, welke steeds in het Latijn bovenaan aangegeven worden. De eigenlijke financiële verrichtingen werden, op enkele uitzonderingen na, in het Nederlands opgetekend. Achter iedere post staan de bedragen, verdeeld over drie kolommen, opgetekend. De eerste kolom wijst op het aantal guldens, de tweede op het aantal stuivers en derde op het aantal placken (4 placken = 1 stuiver; 20 stuivers = I gulden). De rekeningen zijn vooral in de uitgaven zeer gedetailleerd, hetgeen de historicus toelaat een duidelijk inzicht te verwerven in het dagelijks leven van de kartuis. – Beschreven naar [Van der Eycken 1984e].

3. Fontes litterales

4. Sigilla
[Vallier 1891]174(nr. 237), pl. XIX, n°°7:
[S. D]OMVS STI J[OH]AN [NIS O]RD. CART.
(Sig. domus sancti Johannis ort gdinis cartusiensis); S. Jean-Baptiste, debout de face, indiquant, de la main droite, l’'Agnus Dei qu'il tient de la main gauche.
Sc. ogival. Mod. 38/25 mm.
Coll. du Musée Roy. etc. de la Porte de Hal, à Bruxelles, n° II,408.

[Delbecque 2008]22 (nr. 112):
112 Zeelhem / Diest Mont S Jean Baptiste 1328-1796 Teutonie Liège Belgique
Sc 1403 7 septembre Archives de l'Etat Hasselt ? Monasticon Cartusiense III p. 132.
Sc 1459 Archives de l'Etat Hasselt Chartreux AGRS 11408 Monasticon Cartusiense III p 132.
Sc ogival Musée royal de la Porte de Hal, Bruxelles n° 11408 Valiier opus cité p 174 n° 237 planche XIX 7.
Hangend aan een akte van 7 september 1403 (groene was, gedeeltelijk gebroken), waarvan een afdruk gedateerd 1459. In de vorm van een schuitje (35/38x28 mm) met Joannes Baptista rechtop staande in vooraanzicht; met de rechterhand wijst hij naar het Agnus Dei dat hij in de linkerhand houdt.

5. Arma