Gerardus Vet
De kartuizer Gerardus Vet, ook De Vet geheten – beide naamvormen treft men aan in genealogische bronnen, terwijl d’Vet uiterst zelden voorkomt1 –, werd in 1459 in het kartuizerklooster te Rooigem bij Gent geprofest. In1469 maakte hij zijn overplaatsing naar de kartuis van Genadedal te Sint-Kruis bij Brugge, waar hij na een tweede professie2 tijdelijk het ambt van procurator uitoefende. Nadien kerde hij terug naar het huis van zijn eerste professie en legde er mogelijk opnieuw zijn geloften af.3 Hier wijdde hij zich aan het kopiëren van een Biblia nova, Missalia etc., wellicht dus ook van nog andere liturgische boeken. Hij overleed op 10 december 1497.
Biblio + : Prosopo Cartusiani BE - G
© Frans Hendrickx
- 1. De variante lezing De Vos, welke helemaal afwijkt van de normale naamvorm, is onbegrijpelpelijk.
- 2. [De Grauwe 1999a]144 (nr. 88), [PCBR 1999]dl. 2, 12-13 (nr. GaM057) en [Vandemeulebroucke 1965]211, 270. De auteurs staven hun uitspraak niet. In de bronteksten, zover bekend, waarin deze kartuizer ter srpake komt, wordt hierover niets gezegd. Niettemin mag men aannemen dat deze tweede professie, die in principe verplicht is, heeft plaatsgehad in overeenstemming met de Statuta Nova (1368), 2a pars, cap. VI, art. 16.
- 3. [Vandemeulebroucke 1965]270. Dezelfde opmerking geldt voor deze auteur.
Nochtans wotdt in een door de kartuizer M. Laporte becommentarieerd intern document over de Mutatio domus met verwijzing naar een ordinatio van het genraal kapittel in het jaar 1402 onrechtstreeks gesuggereerd dat wanneer een monnik terugkeerde naar het huis van zijn eerste professie hij opnieuw - dus voor een derde maal - werd geprofest. – Met bijzondere dank aan Dom John Babeau, prior of St Hugh’s Charterhouse in Parkminster voor het bezorgen van deze informatie.