Biblio
De mystica theologia van Dionysius mysticus in de werken van Dionysius Carthusianus, Nijmegen, 1942, 263-(14) p.

[Vos de Wael 1942]
, m.m.v.
De kartuizer liturgie, in: De katholieke encyclopaedie, 2e druk, 15 (1952), 147
[Verwilst 1952]

Het Lierse gerecht. C. Ooordeel en straf bij de Lierse kartuizers, a° 1543, in: ’t Land van Ryen. Driemaandelijks cultureel Liers Tijdschrift, 2 / 1 (1952), 21-24, 1 ill.
[Verbiest 1952]

Petrus Diesthemius met een nota over C. Crul en de spelen van Gent, 1539, in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 62 (1952), 267-288
[Van Mierlo 1952]
Petrus Dorlandus Diesthemius, de dichter van Elckerlijc, in: Ons geestelijk erf, (1953), 89-96
[Van Mierlo 1953]
La Compagnie de Jésus et le passage à l’Ordre des Chartreux (1540-1694), in: Archivum historicum Societatis Jesu, 23 (1954), 3-34
[Van de Vorst 1954]

Au désert de Chartreuse. La vie solitaire des fils de St Bruno, Paris, 1955, 204-(3) p., ill.

[Serrou & Vals 1955]
De kartuizers in Holland, in: De Oud-Katholiek, 72 (1956), 3-34

[Van Kleef 1956]

Das Jedermann-Motiv und das Motiv des Verlorenen Sohnes im niederländischen und im niederdeutschen Drama, Amsterdam, 1958, 23 p. (= Mededelingen der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, afd. Letterkunde, n.s. 21, nr. 7)

[Van Stockum 1958]
Les règles du discernement des esprits et Ludolphe le Chartreux, in: Revue d’ascétique et de mystique, 38 (1962), 212-219
[Vallin 1962]
Drie dagen bij de Kartuizers. Een kerstreportage over de zin van het contemplatieve leven, in: De Standaard, 1963, 25 december, 3-4, 7 ill.
[Van Hoof 1963]
Het motief van Elckerlyck van Chinese oorsprong?, in: De nieuwe taalgids, 56 (1963), 165-168
[Vos 1963]
Het kartuizerklooster St.-Jansdal te Zelem, in: J. Vrancken, Het oude Zelem, Brussel, 1964, 383-392, 4 ill. (= Eigen schoon en de Brabander, 47)

[Vrancken 1964]

Het klooster op de Eikendonk te Den Dungen, Tilburg, 1964, XV-191 p. (= Bijdragen tot de geschiedenis van het Zuiden van Nederland, 2)

[Van Meerendonk 1964]
De Elckerlijc en Willem van Hildegaersbergh, in: De nieuwe taalgids, 58 (1965), 314-322, 376-387
[Vos 1965b]
Goederen en renten die aan het kartuizerklooster toebehoorden, in: J. Vrancken, Het oude Zelem, Brussel, 1965, 299-315, 1 ill. (= Eigen schoon en de Brabander, 48)
[Vrancken 1965g]

De kartuis Genadedal te Sint-Kruis bij Brugge (1318-1580), Lth., Leuven, Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit van de Letteren en Wijsbegeerte: Geschiedenis der Moderne Tijden, 1965, 276 p.

[Vandemeulebroucke 1965]


De kartuize als ‘Domus principium, magnotum et nobilium’, het huis der vooraanstaanden, rijken en edelen, in: J. Vrancken, Het oude Zelem, Brussel, 1965, 57-73 (= Eigen schoon en de Brabander, 48)

[Vrancken 1965a]

De kartuizers als boekbinders, in: J. Vrancken, Het oude Zelem, Brussel, 1965, 127-128 (= Eigen schoon en de Brabander, 48)
[Vrancken 1965b]

De kartuizers als Heren van Zelk, in: J. Vrancken, Het oude Zelem, Brussel, 1965, 128-140 (= Eigen schoon en de Brabander, 48)

[Vrancken 1965c]

Het klooster en de vrijstelling van gemeentebelastingen, in: J. Vrancken, Het oude Zelem, Brussel, 1965, 293-299 (= Eigen schoon en de Brabander, 48)
[Vrancken 1965f]

Is Petrus Dorlandus de auteur van de Elckerlijc?, in: Ons geestelijk erf, 39 (1965), 408-425

[Vos 1965a]

Het recht van visvangst voor de kartuizers, in: J. Vrancken, Het oude Zelem, Brussel, 1965, 140-143 (= Eigen schoon en de Brabander, 48)
[Vrancken 1965d]
