Graduale (1506) [MS Leuven]

Kortrijk, Erfgoedbibliotheek (Cebtrale Bibliotheek - afdeling Informatie & Erfgoed)

collectio Jacques Goethals-Vercruysse
codicis numerus Cod. 41 (olim I, 40)
foliorum numerus 176 f.
scriptores Van Assche Petrus O.Cart.
Van Calcar Arnoldus O.Cart.
scriptor musicae Van Brouwershaven Adrianus O.Cart.
origo Leuven, kartuizers
datatio 1506
biblio [Delvaux 1972b]1463
Faider 1936, 35-361
exemplar electronicum https://www.flickr.com/photos/bibliotheekkortrijk/sets/72157624085510426/
annotatio Op 27 maart 2015 tekenden de stad Kortrijk en het Rijksarchief een overeenkomst over de bewaargeving van de bijzonder rijke historische handschriftencollecties van de stadsbibliotheek. De overbrenging van deze belangrijke aanwinst voor het Rijksarchief te Kortrijk is volop bezig. De collecties in kwestie zijn ontstaan uit verzamelingen die door private personen werden aangelegd vanaf het einde van de 18de tot het begin van de 20ste eeuw. Het gaat onder meer over de zogenaamde fondsen Goethals-Vercruysse, Bethune en Slosse.2
Auteurschap
In een aantekening op de voorzijde van het schutblad voorin; gedateerd anno 1506, treft men de namen van drie kartuizers aan die betrokken zijn geweest bij de vervaardiging van dit handschrift.. Hieruit blijkt dat dit niet volledig in in het Leuvense kartuizerklooster tot stand kwam. Met het kopiëren van dit liturgicum werd begonnen in de kartuis van Sint-Maartensbos bij Geraardsbergen door Petrus de Ascha, die hier de functies van vicarius, procurator en prior heeft uitgeoefendd. Vervolgens werd het manuscript overgedragen naar het kartuizerklooster te Leuven, gesticht ca. 1489/91, waarvoor dit Graduale noodzakelijk bestemd was. Hier werd het werk voortgezet door twee Leuvense kartuizers:Arnoldus van Calcar vervolledigde de transcriptie, Adrianus van Brouwershaven bracht de muzieknotatie aan.
De eerste auteur, Petrus de Ascha, is onder deze naamgeving alleen gekend uit de notitie over de totstabdkoming van dit manuscript op het voorste schutblad. Tot dusver werd een kartuizer met deze naam en met de aangehaalde kloosterambten bekleed niet teruggevonden in de 16e-eeuwse overmijdensberichten van de generale kapittelbesluiten met betrekking tot de Geraardsbergse kartuis. De Petrussen wier overlijden in deze eeuw werd opgetekend zijn Petrus De Winter (ch. 1523), Petrus Banterius (ch. 1577) en Petrus Spitaels (ch. 1593). Hierbij merkt men op dat de eerstgenoemde van deze drie dezelfde monastieke functies als Petrus de Ascha heeft vervuldnd en dat zijn overlijdne in de tijdslijn het dichtst ligt bij het voltooiingsjaar van het manuscript. Men kan met enige waarschijnlijkheid stellen dat Petrus De Winter, de Ascha (van Asse herkomstig als eerste is begonnen met het kopiëren van dit Graduale. Uiteraard blijft dit een stelling zonder een formeel bewijs. – © Frans Hendrickx.
  • 1. Beschrijving volgens de catalogus
    [p. 35]
    Cod. 41 (I, 40)
    GRADUEL DE LA CHARTREUSE DE LOUVAIN
    XVIe s. (1506), parchemin, 176 ff. (+ un f. de garde), 330 x 240 mm., 8 portées.
    Fol. 1 r°: Ad te leuaui animam ...
    Graduel (chants de la messe exécutés in choro), comprenant le temporal (fol. cotés I-CXXX) et le sanctoral (fol. cotés CXXXbis à la fin), avec des suppléments ou adjonctions du XVIe et du XVIIe s., sur feuillets de papier intercalés (notamment 7 ff. transcrits au XVIe S., avec une grande lettrine dans le style du manuscrit original). Notes sur la liturgie au recto du feuillet de garde en tête, sur les derniers feuillets et au plat postérieur. – Au recto d’un feuillet de garde, en tête, on lit: Liber domus beate Marie Magdalene sub Cruce in monte Caluarie fratrum Ordinis Cartusiensis in Louanio Leodiensis dyocesis prope capellam sancte crucis in parochia sci Jacobi apostoli supra biest. Hic liber partim scriptus est in domo silue sancti martini prope geraldi montem eiusdem ordinis per Venerabilem fratrem petrum de Ascha aliquando vicarium, procuratorem et priorem eiusdem domus, partim vero hic in domo propria per religiosum fratrem arnoldum de Calcar vicarium domus. Notulauitque religiosus frater Adrianus de Brouwershaven eodem tempore procurator eiusdem domus. Benedicantur a domino. Anno M vc vj°. Au fol. I r°, dans la marge supérieure, on lit: Cartusiæ Louaniensis (écrit. du XVIIIe s.). La transcription, texte et notation musicale, est fort soignée et elle comporte un grand nombre de lettrines peintes et calligraphiées; les
    [p. 36] plus grandes sont ornées d’enluminures à décor floral. La part respective des deux scribes n’est pas reconnaissable. Les feuillets ont été cotés par le scribe de I à CLXXIIII (deux cotes répétées). Reliure du XVIIe s., veau sur ais, bouillons, un fermoir conservé; en tête, fragment d’une garde ancienne en parchemin et deux feuillets en papier. In calce, ancien feuillet de garde en parchemin incorporé au volume.
  • 2. Zie http://arch.arch.be/index.php?l=nl&m=nieuws&r=alle-nieuwsberichten&a=201.... — Met dank aan Jos Bernaer (Herne) voor deze kennisgeving.
BijlageGrootte
Afbeeldingspictogram Gradualee _schutkblad r° voorin.jpeg115.48 KB