Kloosters onder Workum: grauwe zusters en karthuizers


Volledige referentie:

M. P. Van Buijtenen
Kloosters onder Workum: grauwe zusters en karthuizers, in: De vrije Fries, 36 (1941), 131-148  
[Van Buijtenen1941]

Trefwoorden:

Workum O.Cart. (fundatio)

Notities:

Een goede bron voor de kennis van het kerkelijk leven in Workum is het testament van de priester Jarich Haringzoen van 1520, die er de instellingen en personen begiftigde: "Item aldat oer jyld deerer dan blyfft dat salmen alle jeeren aen een lest rogghe of twae den eermen der tho kaetusers foer dye porte vm Gods wylle gaed deelen also lang dat jyld dueret". Er was toen sprake van een Sint-Ursulaklooster dat een zusterconvent zou zijn. Maar dat klooster lag in een zeer onherbergzaam gebied, niet onmiddellijk iets voor vrome zusters, terwijl voornoemd document sprak over kartuizers, die wel gewoon waren om in een woestenij te leven. In een ander testament van 1535 wordt het verband gelegd met het kartuizerklooster van Amsterdam waaruit men hoopte een stichting van de Kartuizerorde in Friesland te bewerkstelligen. De Amsterdamse kartuizers hadden een relatie met Workum. Reeds in 1479 verbleef onder hen een monnik, met name Jacob, die van Workum herkomstig was. Mogelijk hadden zij ook de intentie de fundatie onder de bescherming te plaatsen van Sint-Ursula van wie zij relikwieën bezaten, en de kartuis naar deze heilige te noemen. Nochtans werd het bestaan van het huis nooit door de Orde geregistreerd. Mogelijk is het gebleven bij een devote wens die te gronde is gegaan.

Zie ook [Bessem 1997]522: "1520 december 5 — Heer Jarich Haringsz., vicaris te Workum, maakt zijn testament waarin hij onder meer bepaalt dat van hetgeen na uitkering van een legaat aan de St.-Geertruidenkerk te Workum nog aan contanten in zijn nalatenschap resteert jaarlijks één of twee last rogge uitgedeeld moet worden aan de armen voor de poort van het Karthuizerklooster". — Regest.1

  • 1. Met dank aan Tom Gaens voor deze melding.