Amo te, sacer ordo Carthusiensis. Jan De Grauwe, passionné de l'Ordre des Chartreux

Frans HENDRICKX & Tom GAENS (red.), m.m.v. Francis TIMMERMANS, Amo te, sacer ordo Carthusiensis. Jan De Grauwe passionné de l'Ordre des Chartreux. Leuven, Peeters Publishers, 2012. 24 x 16 cm. 534-(2) p., ill. (= Miscellanea Neerlandica, 38 / Studia Cartusiana, 1). ISBN 978-90-429-2652-3. € 55.

Recensent: Tim PEETERS
Publicatie: De Kovel. Monastiek tijdschrift voor Vlaanderen en Nederland, juni 2013, nr. 28, 107-108
Datum van plaatsing: 13.06.2013
Adres recensent: timpeeters1@telenet.be

Ruim een jaar geleden ontving Jan De Grauwe in het gemeentehuis van Destelbergen de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice uit de handen van de kanselier van het bisdom Gent. Reden voor dit eerbetoon was zijn jarenlange inzet voor het historisch onderzoek naar de voormalige kartuizerkloosters in de Teutoonse provincie, alsook voor zijn humane en christelijke inzet in Congo en in zijn thuisparochie. Jan De Grauwe noemt zichzelf graag een ‘kartuizervorser’, maar intimi betittelen hem eerder als een ‘kartuizer van begeerte’. Samen met het opspelden van de pontificale medaille, werd ook het boek Amo te, sacer ordo Carthusiensis voorgesteld, het eerste in de nieuwe reeks Studia Cartusiana die als bijreeks van de serie Miscellanea Neerlandica wordt uitgegeven. De titel is ontleend aan een citaat van de Parijse theoloog en kanselier Jean Charlier, beter bekend als Gerson († 1429), die in meerdere brieven zijn diepe affectie voor de kartuizers wereldkundig maakte. ‘Ik hou van u, heilige kartuizerorde’ past dan ook als gegoten bij de persoon en het wetenschappelijke oeuvre van Jan De Grauwe, die maar liefst meer dan 300 publicaties over de kartuizers op zijn palmares heeft staan.
Amo te bevat enkele herwerkte artikelen van het kartuizercongres in Gent, Antwerpen en Brugge (1982) en van de bijeenkomst in Zelem (2001), maar ook enkele nieuwe bijdragen. Beide congressen beoogden de geschiedenis en de spiritualiteit van de kartuizerorde, vooral dan in de Lage Landen, onder de aandacht te brengen. Gezien de internationale achtergrond van de verschillende auteurs bevat het boek zowel Nederlandstalige als Frans-, Engels- en Duitstalige artikelen, alsook een indrukwekkende bibliografie en een uitgebreide index met personen, plaatsen, titels, archieven en manuscripten. De integrale lijst met publicaties van Jan De Grauwe zelf staat er bovendien zorgvuldig in afgedrukt. Kortom, wie op zoek is naar een populariserende of laagdrempelige inleiding over de kartuizerorde, zal vlug tot de vaststelling komen dat hij zijn mosterd beter elders zoekt. Met Studia Cartusiana werd immers een nieuwe wetenschappelijke reeks in het leven geroepen en dit eerste boek lost alle verwachtingen in. Deze compilatie van wetenschappelijke en historische bijdragen is leesvoer voor specialisten en mensen met een uitgesproken interesse voor het onderwerp.
Thema’s die in de bundeling van achttien artikelen aan bod komen: de kartuizerorde ten tijde van het schisma van Avignon, de Moderne Devotie bij de kartuizer Joannes Justus Lanspergius, de Vita Christi van de kartuizerauteur Ludolf van Saksen, enkele biografische schetsen van de kartuizers Petrus Dorlandus en Jacobus van Gruitrode, het spirituele erfgoed van de heilige Bruno en Guigo de Kartuizer. Met hun bijdragen getuigen de auteurs niet alleen van hun gedegen vakkennis en doorgedreven wetenschappelijk onderzoek, maar ook van hun passie en sympathie voor de kartuizermonniken zelf. Elk van hen zal dan ook gewillig het adagium ‘Amo te, sacer ordo Carthusiensis’ onderschrijven.