Caeremoniale (s. XV ex.) [Ms. Scheut (Anderlecht)]
bibliotheca | Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België |
sectio | Handschriften |
codicis numerus | 1954 |
foliorum numerus | 53 f. |
titulorum index | - Absolutio danda infirmis et absolutio data a domno Henri[c]o de Pyro Carthusiensi, f. 35v-36r - Benedictiones campanarum, f. 51v-53v - Benedictiones omniumornamentorum ministrorum ecclesie, f. 49r-51v - Credo, f. 46r-47r (Latijn en Nederlands) - De donatis recipiendis, f. 14r-15v - De modo sepeliendi seculares, f. 33r-35v - De lapsis recipiendis seu conversis, f. 11r-12r - De recipiendis ad professionem, f. 7r-10v - De vesticione et professione laicorum, f. 12r-13v - De visitacione egroti, unctione, commendatione animae, exsequiis, f. 16r-32v - Forma recipiendi novicios? f. 1r-5v - Formula excommunicationis ... in proprietarios, f. 36v-39v (Latijn en Nederlands) - Notabilia ex statutis circa novicios, f. 5v-6v - Ordo ad inungendum infirmum iuxta morem et ritum ecclesiae Anderlechtensis, f. 53v - Passio secundum Iohannem legenda quando fratres appropinquant ad mortem f. 41r-46r - Professie van den conversen in dietsche, peticio conversorum, responsio ad priorem, f. 39v-40r |
origo | Scheut bij Anderlecht, kartuizers |
datatio | s. XV ex. (Mulder, Pil1), s. XVI (Van den Gheyn) |
biblio | - Cat. KB Brussel, dl. 1, 1901, 240-241 (nr. 410) - [Mulder 2005a] |
annotatio | Het handschrift bevat blijkbaar geen herkomstaantekening. De samensteller van de Brusselse catalogus, J. Van den Gheyn, was blijkbaar van mening dat het manuscript tot het Brusselse kartuizerklooster moest hebben behoord op basis van zijn inhoud, in het bijzonder op grond van de tekst Ordo ad inungendum infirmum iuxta morem et ritum ecclesiae Anderlechtensis (f. 53v), gerelateerd aan de vestigingsplaats van de kartuis. Jos Bernaer (Herne) signaleerde me dat Mulder in het handschrift een paar Middelnederlandse vertalingen van een aantal gelijklopende Latijnse teksten heeft aangetroffen inzake "het excommunicatievonnis dat de prior uitspreekt op palmzondag over de leden van de communiteit die eigendom hebben, "de professieformule voor conversen" en "tekstjes die de convers moet uitspreken wanneer hij in het klooster wordt toegelaten". Het vermoeden dat het handschrift herkomstig is van Scheut wordt versterkt, nog steeds volgens Mulder, door een verwijzing naar de overeenkomst van het klooster met het kapittel van de kerk van Anderlecht betreffende begrafenisrechten (f. 35v). – © Frans Hendrickx. |
- 1. Ongenuanceerde mededeling [Ex archivo proprio Alberti Pil O.S.B.].