4.2.1.1 Handschriften

[Mariamirakel] (Latijns) inc. Fratres operamini neque seducamini, non potestis metere si non vultis serere1, in: Exameron, De paradiso, De Cain et Abel [I] / Ambrosius Mediolanensis, fol. 105r-v

[Notariële akte], Luik 1352 (Latijns), in : Exameron, De paradiso, De Cain et Abel [I] / Ambrosius Mediolanensis, fol. [2]r voorin met vervolg op fol. [1]v achterin

[Synoniemenwoordenboek] in verzen (Latijns, fragment) Inc. Solor boletus olim colimphia solus, in: Variorum sanctorum vitae et passiones, fol. [1]v-[4]v


[In bewerking]

HISTORIEBIJBEL (Middelnederlands)
= KB Brussel, hs. IV 636, 1: Judith.
= KB Brussel, hs. IV 636, 2: II Makkabeeën.
= RA Hasselt, Kartuizers te Zelem, 4, kaft: Daniël.
Drie fragmenten van een versneden handschrift (1440-1450), dat waarschijnlijk geheel het tweede deel van de Historiebijbel van de Bijbelvertaler van 1360 heeft bevat.2


Handschriften volgens huidige bewaarplaats
(c.q. met vermelding van historische bezitters)

BRUSSEL, KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, 636, 1 en 2.
Deze fragmenten maken samen met het fragment van Hasselt, Rijksarchief, Kartuizers te Zelem, 4, kaft, deel uit van een versneden handschrift.

HASSELT, RIJKSARCHIEF, Kartuizers te Zelem, 4, kaft.
Dit fragment maakt samen met de bovenvermelde fragmenten Brussel, Koninklijke Bibliotheek, 636, 1 en 636, 2 deel uit van een versneden handschrift.3

  • 1. Dit volkse Mariamirakel in verzen over de verzoening tussen een vrouw en de minnares van haar echtgenoot is slechts een hoofdstuk uit een grote verzameling, zoals bewaard in hss. Berlijn, Staatsbibliothek — Preussischer Kulturbesitz, Phill. 1875 (13e eeuw), fol. 170r-v (zie Valentin Rose, Verzeichniss der Lateinischen Handschriften der Königlichen Bibliothek zu Berlin, dl. 1: Die Meermann-Handschriften des Sir Thomas Phillipps [Die Handschriften-Verzeichnisse der Königlichen Bibliothek zu Berlin, 12], Berlin 1893, 258-259, nr 122, te raadplegen via http://www.manuscripta-mediaevalia.de) en Cambridge, Corpus Christi College, 42 (12e eeuw), fol. 82r-99v, cap. 35. De ritmische redactie van dit Mariawonder zou zijn ontleend aan de prozavertellingen van twee benedictijnen, met name Guibert van Nogent († ca. 1125), Liber de laude Sanctae Mariae, cap. 12 (ed. PL, 156, kol. 572-573) en Walter van Compiègne (ook maar verkeerdelijk van Cluny geheten, † na 1155), De miraculis Beatae Mariae Virginis, cap. 2 (ed. PL, 173, kol. 1382-1383).
  • 2. "Of het ook in dit klooster tot stand is gekomen, is niet uit te maken, maar kan waarschijnlijk worden geacht, te meer daar het Zuidoostbrabantse dialecteigenaardigheden vertoont". — Zie DESCHAMPS 1984, p. 78-83.
  • 3. De inhoud van de kaft is een register bevattende "52 onhandig getekende plattegronden van goederen van het kartuizerklooster te Zelem" (kort vóór 1628 ontstaan). Hieruit mag men aannemen dat het versneden handschrift in zijn volledigheid ooit in het bezit is geweest van de Zelemse kartuis.