De Moderne Devotie als schakel tussen de kartuizers bij Geertruidenberg en bij 's-Hertogenbosch

Pagina's

Merkwaardig is het beheer over de 10 kronen erfcijns, aan de kartuizers gelegateerd door Peter van Erpe in 1439. In 1492 droegen Hendrik van Haarlem, prior, en Klaas van de Velde, convers en procurator van de kartuize1, deze cijns aan Willem van Dommelen over, maar de waarde en het doel van deze rechtshandeling worden duidelijk door het naschrift dat de kopiist van deze akte aan het papier toevertrouwde: "... ista littera fuit sub fide data predicto domino Wilhelmo, reddituario nostro, ut moneret et exigeret debita nostri conventus". Was dit een juridische kunstgreep, die de inning van de cijns vereenvoudigde? Vier jaar later maakte Willem deze overdracht overigens weer ongedaan. Toch kon hij in 1501, samen met de convers Klaas van de Velde en met Klaas Hoyberch, opnieuw de rechten van het klooster gaan opeisen2.


4. Medebegunstigde kloosters

Geregeld werden de kartuizers in de testamenten niet als enige begunstigde religieuze instelling genoemd, vaak moesten goederen of rechten gedeeld worden. Door na te gaan in welk verband het Hollandse Huis in 's-Hertogenbosch en omgeving geplaatst werd, kunnen we aanwijzingen krijgen over zijn imago.

Twee groepen kloosters werden voortdurend samen met de kartuizers begiftigd. In de eerste plaats schijnen Mariënkroon en Mariëndonk eenzelfde soort aantrekkingskracht uitgeoefend te hebben. Het in Heusden gelegen cisterciënzerklooster Mariëndonk werd ongeveer een halve eeuw na het Hollandse Huis gesticht in 1384. De schenkingen aan beide kloosters gezamenlijk vonden vooral in de jaren dertig plaats. Het is niet ondenkbaar dat deze goedgeefsheid in verband moet worden gebracht met de hervormingsbeweging die de Noordnederlandse cisterciënzerkloosters in die tijd doortrok. Via de Colligatie van Sibculo drongen de ideeën van de Moderne Devotie Mariënkroon binnen. Deze nieuwe denkwijze ondervond sterke stimulansen van Everard van Goch, de prior van Mariënkroon. Samen met hem werd Marcel Boechamer, prior van het Hollandse Huis, in 1441 als executeur-testementair door Katherina van Borsele en van Vere aangesteld3. Everard had in de jaren dertig alles in het werk gesteld om vanuit het oude klooster naar een betere vestigingsplaats te kunnen trekken, maar toen het moment van de verhuizing daar was, weigerde een deel van het convent het oude klooster te verlaten. Na enige processen werd tot een scheiding besloten en het nieuwe klooster, Mariëndonk geheten en officieel gesticht in 1443, kreeg Everard als leidsman, terwijl Mariënkroon een eigen prior kreeg4. Werd in de jaren dertig Mariënkroon geregeld samen met de kartuizers begiftigd, na 1450 richtte zich de devotie nog uitsluitend op de combinatie met Mariëndonk. Bij alle schenkingen die de kartuizers met anderen moesten delen, waren op twee na altijd deze Heusdense kloosters betrokken. Toch moeten we ons ervoor hoeden hieruit al te haastige conclusies te trekken, omdat het archief van deze kloosters redelijk goed bewaard gebleven is.

Naast de genoemde Heusdense conventen gooit een nieuwe ster aan het toch al rijk geschakeerde firmament van kloosterorden hoge ogen: de kloosters, die rechtstreeks tot de Moderne Devotie gerekend kunnen worden. Na de dood van Geert Grote aan het eind van de veertiende eeuw ontstonden vele kloosters die zijn ideeën in praktijk gingen brengen. Ver- [p. 74]

In de oorspronkelijk gedrukte versie volgt hier een "Fictieve afbeelding van de twee oudste kartuizerkloosters in de Noordelijke Nederlanden, bij Geertruidenberg en Arnhem, op een triptiek die de kloosters van de orde volgens hun indeling in provincies weergeeft. De triptiek wordt bewaard in het Germanische Nationalmuseum te Neurenberg (GM 80)". — Onderschrift J. Sanders.

innerlijking, nederigheid, dienstbaarheid en de eenvoud van het dagelijks leven in navolging van Christus vormen de pijlers die dit nieuwe denken schraagden. Als een olievlek verspreidde deze moderne zienswijze zich over de Lage Landen en ook de Meierij werd erdoor getroffen.
Dat juist deze groep kloosters in de vijftiende eeuw populair werd, is niet zo opvallend, al is het maar wegens het feit dat het vernieuwende elan en de frisse kijk op allerlei religieuze kwesties menigeen zal hebben aangesproken. De koppeling die tussen Moderne Devotie en kartuizers gemaakt werd, behoeft wellicht wat meer uitleg. Vast staat dat het verblijf van Geert Grote gedurende enkele jaren (1375-1380) in de kartuize Monnikhuizen bij Arnhem zijn nieuwe ideeën mede vorm heeft gegeven5. Meer tastbaar nog zijn de soms letterlijke ontleningen van de constituties aan de statuten van de kartuizers6 en de bestuursopbouw binnen de orde7.

  • 1. [16]De procuratorsfunctie van Klaas van de Velde moet hier niet letterlijk genomen worden, omdat alleen al zijn staat als convers hem van bekleding van dit ambt uitsloot. Bovendien is in die tijd een monnik als procurator actief.
  • 2. [17]RANB, HH, 2, tweede deel fol. 37v; GADB, RA, 1261 fol. 57v, inv. nr. 1265 fol. 372 en inv. nr. 1269 fol. 358.
  • 3. [18]RANB, Mariënkroon en Mariëndonk, 349.
  • 4. [19]H. van Bavel, Inventaris van het archief van de Heusdense Cisterciënzerkloosters Mariënkroon en Mariëndonk ('s-Hertogenbosch, 1972) XIV-XVI.
  • 5. [20]C. de Backer, 'De kartuize Monichusen bij Arnhem. Prosopografie, samen met de zopas ontdekte oorkondenschat', in: J. de Grauwe, ed., Historia et Spiritualitas Cartusiensis. Colloquii Quarti Internationalis Acta (Destelbergen, 1983) 70.
  • 6. [21]J. Lourdaux, 'Kartuizers-Moderne Devoten. Een probleem van afhankelijkheid' in: Ons Geestelijk Erf, XXXVII (1963) 402-418.
  • 7. [22]L. Moulin, 'Les églises comme institutions politiques: l'Assemblee, authoritité souveraine dans l'ordre des chartreux' in: Res Publica, XII (1970) 7-75 en L. Moulin, 'Note sur les particularités de l'ordre cartusien' in: De Grauwe, ed., Historia et Spiritualitas Cartusiensis, 283-288.

Pagina's