Nicoalus Crayverwe O.Cart.: Catholicon in opusculis sancti Augustini [MS. Rooigem (Gent)]

bibliotheca Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België
sectio Handschriften
codicis numeri 9121-23 (pars 1a)
9124 (pars 2a)
foliorum numerus pars 1a: 190 f.
pars 2a: 188 f.
compilator Crayverwe de Beyernvliet Nicolaus O.Cart.
origo Rooigem bij Gent: kartuizers
datatio 1481-1485
possessores Affligem: benedictijnen
Paris: Bibliothèque Nationale
biblio Cat. KB Brussel, dl. 2, 1902, 183-185 (nr. 1163)
[Ampe & Deschamps 1981a]
annotatio Het Catholicon is een compilatie van teksten uit de geschriften van de H. Augustinus in twee delen; het eerste deel bestaat uit drie gedeelten. Ze zijn rijkelijk versierd met miniaturen, en verlucht met gehistorieerde en andere initialen, alsook met lombarden en randversieringen. In de initialen en randversieringen prijken de blazoenen van rijke Gentse burgers die blijkbaar de totstandkoming van dit manuscript hebben bekostigd. Onder dezen treffen we het wapen aan van de families Van der Moere (dl. 1, fol. 25 en 26) en Borluut (dl. 2, fol. 4). Er bevinden zich 37 dateringen in rubrieken en colofons, zodat de voortgang van de compilator op de voet kan worden gevolgd tussen 1481 en 1485. Op enkele plaatsen identificeert hij zich in anonieme bewoordingen als Gents kartuizer (dl. 1, fol. 24v, 188v; dl. 2, fol. 3v); slechts in dl. 2, fol. 181r maakt hij zich voluit bekend: Nicolaus Crayverwe de Beyernvliet scripsit hoc volumen, orate pro eo. Meer dan waarschijnlijk is deze uit Biervliet (Zeeuws-Vlaanderen) afkomstige Gentse kartuizer, gestorven op 13 december 1497, de samensteller van het tweedelige handschrift. Tussen de miniaturen, die onder voorbehoud het werk zouden zijn van Jan van der Moere († Brugge, 1515), ingeschreven in het Gentse gilde van de schilders in 1473, bevinden er zich vier die een kartuizer voorstellen: de eerste verschijnt op een miniatuur waarin het Catholicon aan de H. Augustinus wordt aangeboden (dl. 1, fol. 1r); in de tweede miniatuur versnijdt een kartuizerkopiist zijn pen (dl. 1, fol. 25r); de derde miniatuur stelt een kartuizer schrijvend in zijn cel voor (dl. 1, fol. 67r); de laatste afgebeelde kartuizer vertoeft in de aanwezigheid van de H. Livinus (van Gent) en een clericus (dl. 1, fol. 179r). – © Frans Hendrickx.